De Stichtse Rijn­landen als eerste partij bij Biodi­ver­siteit 2010

Op voorstel van de Partij voor de Dieren treedt De Stichtse Rijnlanden als eerste waterschap toe tot de Coalitie Biodiversiteit 2010. Deze coalitie bestaat uit een brede vertegenwoordiging van gemeenten, provincies, maatschappelijke organisaties en bedrijven die biodiversiteit een warm hart toedragen en op dat gebied willen samenwerken.

De Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Daar was een goede reden voor. Het gaat niet goed met de biodiversiteit op aarde. Ongeveer 40 procent van alle planten en dieren die nu op aarde leven zijn met uitsterven bedreigd. De verschillende soorten op aarde houden de natuur in balans. Samen vormen ze een levende en productieve natuur. Dit noemen we biodiversiteit.

Behoud van biodiversiteit is heel belangrijk. Biodiversiteit zorgt voor schoon water, vruchtbare grond, een stabiel klimaat en daardoor kan er landbouw bedreven worden. Het levert ook voedsel en grondstoffen op voor huisvesting, kleding, brandstof en medicijnen. Deze natuurlijke hulpbronnen zorgen ervoor dat we kunnen bestaan. Ook in Nederland zijn er dieren verdwenen of aan het verdwijnen, zoals de wolf vroeger en nu bijvoorbeeld de paling. Ook sommige vlindersoorten komen minder voor dan vroeger. Het verlies aan biodiversiteit moet zo snel mogelijk gestopt worden.

De Partij voor de Dieren heeft ook al nagedacht over een mogelijk biodiversiteitproject voor De Stichtse Rijnlanden. Willem van der Steeg, fractievoorzitter Partij voor de Dieren: “Als er één ambassadeur is van biodiversiteit, dan is het wel de bij. Bijen hebben een gunstige invloed op allerlei vegetaties. De bijenpopulatie staat echter stevig onder druk. Het waterschap gaat de komende jaren uitvoering geven aan het Inrichtingsproject Kromme Rijngebied, waaronder de aanleg van natuurvriendelijke oevers. We zouden deze aan kunnen leggen met bloemrijke vegetatie, zodat zij een geschikte biotoop kunnen vormen voor bijen, vlinders en andere insecten. Ook de fruittelers in het Kromme Rijngebied zullen de bij graag langs zien komen.”