Muskusrat graaft gat in provinciale begroting
Of de kostbare muskusrattenbestrijding effect heeft op het verminderen van schade aan dijken en waterkeringen, is een vraag die rijst naar aanleiding van recent wetenschappelijk onderzoek. De provincie Utrecht organiseerde daarom op 18 mei een presentatie waarin vier deskundigen de belangrijkste feiten uiteen zetten. Hieruit blijkt dat nut en noodzaak van de jacht op muskusratten niet kan worden aangetoond.
Jelle Reumer, directeur van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, bioloog en bijzonder hoogleraar Universiteit Utrecht, liet aan de hand van praktijkvoorbeelden zien dat het aantal muskusratten bij stopzetting van de bestrijding mogelijk eerst toeneemt en vervolgens afneemt. Bram van Liere, ecoloog en beleidsmedewerker Partij voor de Dieren Noord-Holland, toonde op basis van de onderzoeksresultaten aan, dat met de huidige bestrijding geen verbetering optreedt van de veiligheid van dijken en waterkeringen. Margreet van Willigen, de Landelijk Coördinator Muskusrattenbestrijding, benadrukte dat meer onderzoek naar nut en noodzaak van de muskusrattenbestrijding gewenst is. Thijs Buurman, veldcoördinator van waterschap de Stichtse Rijnlanden, lichtte de praktijk van de muskusrattenbestrijding toe.
Duidelijk is dat de huidige bestrijding voortvloeit uit de schade die de muskusratten toebrengen aan dijken en waterkeringen. Opmerkelijk hierin is dat gegevens over zowel de omvang van de economische en materiële schade als de omvang van de muskusrattenpopulatie, ontbreken. Daarmee blijkt de hoge financiële inzet op bestrijding uitsluitend gebaseerd op natte vingerwerk. In het kader van zinvolle investeringen voor aanpak van het probleem onderstreepten alle sprekers het belang van onderzoek hiernaar.
Hoewel er geen verband is vastgesteld tussen het aantal vangsten van muskusratten en de hoeveelheid schade, blijft men een bepaalde hoeveelheid vangsten nastreven. De jaarlijkse investering van de provincie van telkens ruim 4 miljoen euro, zo'n 200 euro per muskusrat, lijkt daarom letterlijk ‘in het water gegooid’, aldus Wanda Bodewitz, Provinciaal Statenlid Partij voor de Dieren Utrecht. Uit het onderzoek is gebleken dat er geschikte preventieve maatregelen mogelijk zijn zoals verbreding van de dijken en muskusratwerend materiaal. In de bijeenkomst kwam naar voren dat natuurvriendelijke oevers ook preventief kunnen werken tegen het graven in oevers. Muskusratten houden namelijk niet van langzaam oplopende oevers en bouwen dan hun nest in het water, waar het geen kwaad kan.
Wat betreft de Partij voor de Dieren is de bestrijding van muskusratten een verloren zaak. In een land waar de bevolking zich druk maakt over de wreedheid van het doden van zeehonden en stieren elders op de wereld, vindt zij het ethisch onverantwoord om door te gaan met het verdrinken, doodknuppelen en het met klemmen doden van dit knaagdier. Beter lijkt het de Partij voor de Dieren om uit te wijken naar alternatieve maatregelen die naast eerbied voor het dier, eerbied hebben voor onze veiligheid én onze portemonnee.
Gerelateerd nieuws
'Waterfractie' PvdD stelt vragen over Amerikaanse rivierkreeft
De ‘waterfractie’ van de Partij voor de Dieren bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft vragen gesteld aan het coll...
Lees verderEerste Heemraad Dierenwelzijn
Dankzij een motie van de Partij voor de Dieren heeft Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden als eerste waterschap van Neder...
Lees verder